Archives

Jinglezangeres Terry Lea Jenkins (96) overleden


27.10.2024 – Jinglezangeres Terry Lea Jenkins (96) is overleden. Ze was de laatste zangeres uit de gouden periode van PAMS en andere jinglebedrijven uit Dallas in de jaren ’50 en ’60. Ze deed meer dan 100 versies van de Home Town Song, een liedje dat een stad of een staat bezong. De versie van Radio London werd bekend in Europa. Op de foto staat Terry Lea Jenkins in het midden, met Jackie Dickson (leadzangeres bij TM e.a.) aan haar linkerkant en Tracy Carman van de Media Preservation Foundation aan haar rechterkant. Tracy schrijft vandaag: “I’m so sad to learn that Terry Lea Jenkins, at age 96 1/2, has gone to the great hometown in the sky. Here’s a link to the STEREO mix of the “London” version. Rest in peace, Terry!”

Terry Lea Jenkins, wiens echte naam Marie Therese Leahy was, zong al voor duizenden militairen toen ze 14 jaar oud was. Tijdens haar schoolperiode zong ze al voor een ochtendprogramma op de lokale zender WFAA in Dallas. Haar liedjes – gezongen met een live band genaamd The Early Birds – werden als eerste geprogrammeerd, dan kon ze daarna naar school. De latere jinglemaker Bill Meeks zat ook in die band. Op haar 17e begon ze met zingen van commercial en jingles, nadat ze kennis had gemaakt met Tom Merriman, ook een jinglenaam van het eerste uur. Ze zong als enige zangeres op de pakketten 6 en 8 van producent PAMS, als jingle-antwoord op de wereldhit Fever van Peggy Lee.

Grote beroemdheid kreeg Terry Lee dus met het inzingen van de Home town song, onderdeel van jinglepakket nr. 16 ‘Sound of the City’ van PAMS. Het lied (van 90 seconden lengte) was een lofzang op de stad van het radiostation dat de jingles kocht. Er zijn honderden versies gemaakt, allemaal met verschillende teksten. Veel kwamen ervan op single als promotiemiddel van het radiostation. Ze had zelf niet één exemplaar van die singles in bezit. De artiestennaam Terry Lea Jenkins wordt op velen manieren geschreven, zoals Terry Lea, Terry Lee, Terry Lea Jenkins en Terry Lee Jenkins.

Waar komt het geluid van de stipmotor vandaan?

22.09.2024Waar komt het geluid van de stipmotor vandaan? Van welke auto of motor? En door wie is dat geluid gemaakt of opgenomen? Wie gebruikten de jingles? En wie was er het eerst? Dit artikel geeft antwoord op al die vragen.

Het geluid van de stipmotor kennen veel radioluisteraars van de Top 40 vanaf oktober 1974. De plaat die hoog steeg kreeg een rode stip mee in het gedrukt exemplaar en op de radio ging dat gepaard met het geluid van een motor, een orkestje en een zingende juffrouw (* meer daarover hieronder). Wij hebben die ‘de stipmotor’ gedoopt.
Joost den Draaijer was er op Hilversum III een slag eerder mee. Hij gebruikte de stipmotor na de verkeersinformatie in de jingle “Een wenkje voor den weggebruiker”, ingesproken door Ad ‘s-Gravesande. Dat was begin jaren ’70. Ferry Maat vergreep zich ook in de Soulshow aan de stipmotor.

V.l.n.r.: Ferry Maat, Ad ‘s-Gravesande en Joost den Draaijer (Willem van Kooten) – foto’s Beeld en Geluid


Maker
Oorspronkelijk komt de jingle van het jinglebedrijf PAMS in Dallas. Het is cut 14 in series 27 getiteld Jet set uit 1964, opgenomen voor WABC in New York.
Lang hebben we ons afgevraagd welke auto of motor dit geluid voortgebracht. Tot we simpelweg keken in de PAMS Bible, een digitale database van jingle-goeroe Ken R. Deutsch met een opsomming van alle basis-jingles uit de naamgegeven jingleseries van PAMS.
Want wat zien we daar staan bij cut 14 in series 27? XKE Special. En wat blijkt (dat wisten wij ook niet)? Een XKE Special is type raceauto van … Jaguar.


De Jaguar E-type wordt ook aangeduid als Jaguar XK-E. Er zijn drie generaties van gebouwd tussen 1961 en 1974. De E-type betekende een revolutie in het ontwerp, de prestaties en de besturing van sportwagens. De prijs van deze Jaguars lag een stuk onder die van de concurrerende modellen wat zorgde voor een prima verkoop. In 14 jaar tijd werden meer dan 70.000 exemplaren van de E-type verkocht. YouTube staat vol met filmpjes waarop het geluid van de motor goed te horen is.


Herkomst
Waar overigens PAMS het geluid weer vandaan heeft, is niet 100% duidelijk. In ieder geval van een elpee met geluidseffecten, want in de basisopname (de een-na-laatste in de montage hieronder) is het tikken van de plaat goed te horen. Wie weet om welke plaat het gaat, mag het ons mailen. Heel graag zelfs!
PAMS gebruikte in series 27 overigens veel meer (Jet Set-) geluiden, zoals dat van een springplank in een zwembad of een speedboot.

* De zingende juffrouw heet overigens Gleni Tai / Rutherford, is van Indiaanse afkomst en heet oorspronkelijk Brighteyes Longknife. Ze staat ook getekend op de hoes van series 27, zie hierboven de lichtgroene afbeelding.

Het geluid van de stipmotor is trouwens ook te horen op een single van zanger Ray Burden uit 1960, getiteld
A Hot-Rodders Dream. Heel bijzonder om de jingle op deze manier te horen.

Ook hoor je de stipmotor in een Radio Veronica-spot voor de Fiat 128, ingesproken door Rob Out, begin jaren 70.


En daarmee is de hoofdvraag beantwoord: de stipmotor uit de Top 40 komt van Jaguar!
Hieronder een montage van een aantal versies van de stipmotor-jingle en het origineel.

De stem achter PAMS series 29 Go go is van Bill Enis


12.07.2024 – Eén van de beste jingle-series van jingleproducent PAMS uit Dallas is series 29, getiteld Go go, oorspronkelijk gemaakt voor WABC in New York in januari 1965. De stem in de demo ervan was die van Bill Enis.
PAMS series 29 bevat 34 algemene en dj-cuts, Maar daarnaast telt de serie ook een aantal cuts waarin het thema Go go wordt uitgewerkt in bijvoorbeeld Let’s go go skiing of Let’s go boating. Die lange cuts zijn in de demo niet te horen, maar hebben we hier speciaal voor jou op een rijtje gezet. De stem van Cleon William (Bill) Enis in de demo van PAMS series 29 was opvallend energiek, en uitstekend getimed op de maat van de muziek. Die teksten zijn live ingesproken in de PAMS studio in Dallas.

Enis (1934-1973) was een Amerikaanse dj en sportverslaggever met een groot hart voor de sport trashball en daarnaast incidenteel liedjesschrijver. Zijn groote ‘hit’: Shame on me, gezongen door onder meer Bobby Bare, zo valt te lezen op Discogs.
Hij woonde en werkte in Fort Worth, een stad 50 kilometer ten westen van Dallas. Bill Enis wordt online omschreven als een zeer positieve persoonlijkheid, een geweldige liedjesschrijver en een groot fan van sport én dus trashball. Hij werkte onder meer als sportredacteur voor KPRC-TV in Houston, voor WBAP in Fort Worth en was in zijn jongere jaren dj bij radiostation KXOL (The sound of the city) in zijn woonplaats Fort Worth. Wie Bill Enis als dj aan het werk wil horen, kan luisteren naar deze uur durende aircheck van KXOL uit 1962.

(Foto’s: o.a. van The Portal to Texas History)

Een PAMS jinglefoto met vleugels

Foto 01 – bij PAMS in Dallas

21.08.2023 – Het origineel (01) toont een zangsessie bij jinglestudio PAMS in Dallas, op de foto gezet in de jaren 60. Foto 02 laat de namen erbij zien. Foto 03 toont de elpeehoes van een reeks van AFRTS, the American Forces Radio and Television Service. Dat is een dienst van het leger in de VS voor het verstrekken van informatie, onderwijs en amusement aan Amerikaanse strijdkrachten over de hele wereld. Die bestaat al sinds 1942. Daar konden bij het uitbrengen van dit album al goed Photoshoppen. En afbeelding 04 laat zien dat je met Photoshop – of tegenwoordig een beetje AI – de hele zangsessie in een Amerikaans keuken kan laten plaatsvinden. Want die is uit 2023, home made. Een PAMS jinglefoto met vleugels, kun je wel zeggen.

De kazoo in de muziek én in de jingles


16.06.2023 – In de muziek (en dus ook in de jingles) heb je instrumenten die bepaald niet de boventoon voeren. Denk aan de triangel, of nóg beter de kazoo. Als klein kind bootsten we dat instrument na met een kam en een vloeipapiertje.   

Als de kazoo in een jingle te horen is, dat valt-ie ook meteen op. Niet dat-ie erg serieus wordt genomen, de kazoo wordt doorgaans ingezet als de muziek een komisch tintje moet hebben.

Amerikaanse jingleproducenten als PAMS, TM en Tanner gebruikten het instrument, zo kunnen we terug horen. In het geval van TM zeggen kenners dat het om een Hohner gaat. Luister naar deze montage van enkele jingles, waarin de kazoo wordt ingezet.

Ook in Nederland was de kazoo als vormgeving te horen, bijvoorbeeld bij de melige mannen Gerard Ekdom en Michiel Veenstra in Ekstra Weekend. Ze kazoo-den dan mee op And so they say van Edgar van Asselt en David Schnitter. En ken je de tune van Borát nog? Het Temple City Kazoo Orchestra 2001 – Sprach Kazoostra. En we brengen ook graag Happy Kazoo van de Shel Evans Band (van Ad van Olm) even in herinnering. In de UK hebben ze zelfs een poging gedaan om een wereldrecord kazoo-spelen te organiseren. Ach, kazoo-items genoeg…
(Idee en research: Albert Pleijsier)
Jinglezanger Bruce Wermuth met een kazoo in de jaren 80