28.04.2024 – Radio is radio. Maar anno 2024 is radio natuurlijk meer dan dat. Neem nou visual radio. Zelfs visual radio is anno 2024 meer dan dat. NPO Radio 2 heeft bijvoorbeeld de jingles voor de Koninklijke 500 ook in video-versie uitgevoerd. Mede-jingle-freak “Woody Moonlighting” (wie dat dan ook moge zijn) heeft de video-vormgeving voor die Koninklijke 500 in 2 versies – online gezet. Hulde, een lintje ligt in het verschiet.
De Koninklijke 500 is een jaarlijkse hitlijst die voor het eerst werd uitgezonden in 2022. Deze zogenaamde hitlijst met de beste muziek uit Nederland wordt samengesteld door de luisteraars van NPO Radio 2.
Even kennismaken? Martijje Lubbers, jinglezangeres
22.04.2024 – Nederland telt er vele tientallen of misschien wel enkele honderden van: jingle-zangers en -zangeressen. Zij doen – vaak anoniem – hun werk in een afgeschermde studio, ver weg van publiek en openbaarheid. Niet dat het geheim is wat ze doen. Alhoewel, soms zijn projecten nog heel geheim op het moment dat er er al muziek voor wordt gezongen.
Gewoon omdat het vakantietijd is, laten we je kennismaken met 1 van hen: Martijje. Zij is te horen als zangeres en voice-over in jingles & commercials, voor onder andere: Top Format, Het Media Atelier, The Rocketeers en Soundbase. Martijje is samen met Ron Buurman de vaste voice-over voor de huidige vormgeving van RTV Drenthe. Ook zingt ze sinds 2010 in het jinglepakket van Radio en TV Drenthe.
Martijje Lubbers (Grolloo, 8 februari 1979) staat te boek als jazzzangeres, componist en tekstschrijfster. Na haar studio economie aan de Rijksuniversiteit Groningen volgde ze de zangstudie aan het conservatorium in diezelfde stad. Martijje maakt ‘Drentse Jazz’, een concept dat ze zelf bedacht in 2007. Haar eerste album ‘Drezz’ (een samentrekking van ‘Drentse Jazz’) kwam in mei 2009 uit. Inmiddels staan er al 6 op de teller.
Luister naar het pakket voor RTV Drenthe 2022 of ander-jinglepakketten met de stem van Martijje.
Van cosmetica-reclame tot jinglepakket
16.04.2024 – Het is 1968. De Amerikaanse jingleschrijver Tom Merriman componeert een commercial voor het bekende cosmeticamerk Mary Kaye, getiteld Now there is Mary Kaye. Hij doet dat onder de vlag van zijn bedrijf CRC Commercial Recording Corporation. Mary Kaye en Tom Merriman hebben minstens twee overeenkomsten: ze wonen er werken allebei vanuit Dallas, Texas.
Merriman besluit niet lang na de Mary Kaye productie een nieuw bedrijf op te richten, dat zijn initialen draagt: TM Productions, gevestigd op 9701 Noel Page building in Dallas.
De commercial voor Mary Kaye doet het goed. Héél goed. Zó goed, dat de leiding van het radiostation WKBW in Buffalo (New York) besluit om Tom Merriman vanuit zijn kersverse bedrijf te vragen er een heel jinglepakket van te laten maken. Op dezelfde melodie. En zo ontstaat Now radio comes alive. De jingles worden ingespeeld door muzikanten van de Larry Elgart Band, een destijds bekende dans- en big band-act. De opnamen zijn in de Delta Recording Center in Dallas, want TM Productions had in de beginperiode nog geen eigen studio. Ene John D. Maxson was de eigenaar van de studio. En om het verhaal nóg meer jingle-facts te geven: John D. Maxson was mede-eigenaar van een ander jinglebedrijf in Dallas: Spot Productions. Ja, in Dallas draaide (en draait) heel veel om jingles.
Wat hoor je in de audio:
Mary Kaye – Reclame (Now Radio) alternative versie
Now Radio – WKBW Buffalo New York, in deze cut komt de melodie lijn mooi naar voren
Now Radio – WPRO Providence
Now Radio – WRNG
Idee: Albert Pleijsier
Jeugdzonde: Ook de KRO ‘leende’ jingles uit Amerika
14.04.2024 – Iedere programmamaker of elke omroep heeft zich er wel eens schuldig aan gemaakt, zeker in de jaren 70 en 80: leentjebuur spelen. Of liever: knippen en plakken uit buitenlandse jingledemo’s, zodat je een eigen jingle krijgt. De producent in verweggiestan (meestal de VS) had er toch geen erg in. De zeezenders dreven er bijna letterlijk op, en plunderden complete Amerikaanse jinglepakktten. De publieke omroep was iets terughoudender op dat punt, maar toch zijn er ook mooie voorbeelden uit die hoek. Het bekendste is de keurige NOS, die in de jaren 70 de Amerikaanse WNOX jingles ontdeed van de K-klank in de X, zodat er WNOS overbleef. En als je dan die W er ook af knipte, had je een gratis gezongen NOS-jingle. Luister maar mee.
Het logo van KIRO in KIRO in Seattle, VS.
Ook de KRO deed mee aan dat knip- en plakwerk, alhoewel bescheidener. Edvard Niessing heeft in de jaren 70 toch enkele leuke jingles overgehouden aan de Amerikaanse opnamen in de Pepper Sound Studios in Memphis. Oorspronkelijk werd er KIRO ingezongen (een Amerikaans station in Seattle, VS), maar een nijverige technicus in Hilversum (of Edvard zelf, hij weet het niet meer…?) wist de I eruit te knippen, zodat de KRO er mooie sier mee kon maken. Beter goed gejat dan slecht zelf bedacht. De verknipte jingles komen uit de Pepper Sound Studios sets Executive series en Spectrum. Luister hier naar de ontrafeling:
(Jingle-) zanger, drummer en toetsenist Max Werner overleden
11.04.2024 – Honderden, nee, duizenden jingles zal hij hebben gezongen. Zanger, drummer en toetsenist Max Werner. Hij overleed afgelopen dinsdag op 70-jarige leeftijd. In de tijd dat Top Format en andere jinglebedrijven op volle toeren draaiden met jingles voor zo ongeveer alles en iedereen, zong Werner de sterren van de hemel. Hij deed dat vaak samen met mensen als Pim Roos, Marjolein Spijker, Marleen van den Broek, Jody Pijper, Sandra Reemer, Hans Vermeulen, Joni de Boer, Lisa Boray en Edward Reekers. Met die laatste zat hij ook een aantal jaren in de band Kayak. Zijn stem stond centraal in nummers als Mammoth en Wintertime.
“Hard in alles”, zegt jinglecomponist Bart van Gogh in het boek “Bart! De Van Gogh van de jingles” (van mede-Jinglewebber Jelle Boonstra) over Max Werner. “Hij drumde hard, hij zong hard, met een piek rond 2000 Hz, 2k noemden we hem altijd. Als Bill van Dijk en Didi al snijbranders waren, kon je Max gerust een drilboor noemen. “Wát een discipline: al had hij pijn in de keel, hij bleef gewoon doorzingen, het was bijna zelfkastijding. Voor ik hem benaderde zeiden mensen: ‘kijk uit, hij kan je maar zo voor je bek rammen.’ Maar ik kon het waanzinnig goed met hem vinden. Het ging soms zelfs zo ver dat ik een sessie in de Wisseloord plande en de volgende dag in de Fendal, dan ging ik ’s avonds met Inge, zijn vrouw die er officemanager was, mee naar hun huis in Houten, wat heel gezellig was met eten bij hen thuis, dan bleef ik er slapen en dan reed ik met Max de volgende dag naar Fendal Sound.”